Chef
Bedankt malle hond, voor 13 waanzinnige jaren
13 jaar geleden gingen we met ons amper 3 jarige mannetje puppies kijken. Natuurlijk vond hij die kleine mollen geweldig, maar mama Lala mocht van hem direct mee naar huis. Lala heette eigenlijk Malah, maar dat konden we onze dreumes niet aan zijn verstand brengen, we lieten het dus maar bij Lala.
Na een aantal weken mocht Lala tot zijn spijt nog steeds niet mee naar huis, maar wel onze Chef, oftewel Puppyhond Sef zoals Joey hem stug bleef noemen. Lala was toen snel vergeten. Maar wat een portret hadden wij in huis gehaald.
Onze toenmalige HTK kat Eek was dol op honden en was dolblij dat er eindelijk weer eentje in huis kwam. Na nog geen 24 uur was haar mening behoorlijk bijgedraaid. Als ze had kunnen praten dan had ze vast gevraagd of we het bonnetje nog hadden zodat we hem netjes konden retourneren. Het leek dan wel op een hond in mini-uitvoering, maar waarom gedroeg die zich dan als een op hol geslagen Duracell konijn?!
Puppyhond Sef werd langzaam aan puberhond Chef. Allemensen, wat een figuur was hij toen. Daar stond ik dan in het park mij te verstoppen achter bomen. Want als die je dan inene kwijt zou zijn, dan zou hij in paniek raken en voortaan dichter bij je blijven. De theorie was leuk, de praktijk pakte anders uit. Chef rende als een laagvliegende raket door het park. Zijn veel te grote oren die er puur voor de sier zaten, flapperde vrolijk in de wind en wanneer ik mij verstopte kwam hij even snel vrolijk gedag zeggen achter de boom, hij had mij gevonden, knappe hond! Na deze vrolijke Kiekeboe nam hij dan weer vlug de pootjes en daar stond ik dan weer voor joker in het park….
En toch kwam alles netjes op zijn ietwat te lange poten terecht. Alle frustraties, de vele idiote acties om aandacht te trekken, de zakken vol met hondenknakworsten en de ontelbare tennisballen, het is allemaal niet voor niets geweest. Chef veranderde van een doldwaze puber in een geweldige volwassen hond, met oren die het uitermate goed deden.
Eek The Cat haar mening draaide volledig bij, Chef werd Eek’s beste vriend en later volgde er nog vele katten die stuk voor stuk stapelgek op hem waren. En andersom net zo goed, toen Eek overleed heeft Chef 3 verwoede pogingen gedaan om haar wakker te schudden door zijn neus onder haar te steken en haar even omhoog te wippen. Dit deed Chef altijd als hij met Eek wilde spelen terwijl ze net druk was met een schoonheidsslaapje. Toen hij na 3x geen reactie kreeg, heeft hij 5 minuten heel zachtjes zitten huilen, het ging door merg en been. En of honden verdriet kunnen hebben, ik heb het zelf gezien.
Gelukkig voor Chef kreeg hij al snel een nieuw vriendinnetje. Ons kleine Stippie die werd geboren met een afwijking, zocht altijd de rust en warmte in de hondenmand. Nadeel is dat Stip daardoor de kattentaal slecht beheerst, maar daarentegen had ze met Chef een waanzinnige band die ik zelfs bij Eek en Chef nog nooit zo had gezien. Leven als hond en kat heeft hier in huis een hele andere betekenis. Geweldig om te zien hoe Chef altijd een plek in zijn mand vrij hield voor 1 van zijn vriendinnen.
Niet alleen voor de katten was Chef geweldig, hij was ook een grote kindervriend en een enorme clown. Had Joey een drukke dag, dan paste Chef zich naadloos aan door gezellig met hem mee te stuiteren. 2 doorgedraaide Duracell konijnen schijnen gezelliger te zijn dan eentje….. soms kon ik ze dan wel achter het behang plakken. Maar dan zag ik die twinkel in de ogen van Joey en die big smile van Chef, blijf dan maar eens boos…
En zocht Joey troost, dan was Chef rustig en bood hem een luisterend flapoor.
Wel een flapoor met een hapje eruit, Chef was in de loop der jaren wat gehavend. Zo kwam ik ooit bij een vriendin die dierenarts is en hem even zou checken, hij had wat last van zijn rug. Hoe bijzonder is het dat je voor je rug naar de dierenarts gaat en met een blauw verband om je kop thuiskomt….Chef overkwam het.
Onderweg naar de arts kwam hij in aanraking met een Jack-Russel. De kleine piranha zal bij het zien van onze “vechthond” gedacht hebben: de aanval is de beste verdediging. Nou, de aanval was overbodig, want Chef was alles behalve op oorlogspad. Ik kan jullie dan ook gerust stellen, de Jack Russel was na deze actie nog geheel in tact. Dit kon je van Chef niet zeggen, het randje van zijn oor was er in 1 ruk afgescheurd en dat was 1 van de vele schoonheidsfoutjes die hij in de loop der jaren had opgelopen.
Zo heeft hij ook ooit wekenlang rondgelopen als een Staffordshire Ridge Terriër. Meneer vond het nodig om even de duinen te verkennen. Zijn lange stelten sloegen met grote slagen voorbij zijn oren, zo hard ging onze race-eend. Dit deed hij ook vakkundig tussen het prikkeldraad door, hopla, een ritssluiting van voor tot achter over zijn gehele rug.
Of de keer dat hij zichzelf vakkundig tussen een hek door probeerde te wurmen. Oké, hij was aan de andere kant. Wat wel jammer was, was dat hij hierbij een winkelhaak had getrokken op zijn achterknie, je keek zo naar binnen tot op het bot. Lekkere handige plek ook om te hechten, maar niet heus. Maar Chef was geen watje. Haast was geboden en zonder verdoving kon de dierenarts er zo een hele rits hechtingen inzetten. Iets wat meneer er dan ’s nachts weer vlekkeloos uitpeuterde, tatoeages had Chef niet nodig, die versierde zelf op kunstige wijze zijn strakke lijf.
En toen kwam de charmante seniorenleeftijd. Chef ontwikkelde tumoren en wratjes die zijn gehavende lijf steeds meer toetakelde. Voor ons bleef hij de mooiste, met of zonder bulten, vlekken, littekens en weet ik al wat nog meer. Zijn ogen waren gesierd met blauwe contactlenzen, zijn zicht nam rap af. En het woord “Koekje” konden we de laatste maanden hardop roepen zonder reactie te krijgen. Zijn gehavende oren zaten er, net als in de puberteit, puur voor de sier.
En toch bleef hij een dezelfde vrolijke opgewekte Chefmans, onze clown en mijn trouwe schaduw. Een van de laatste mooie wandelingen liep hij lekker naast ons te dreutelen, hij zag het allemaal niet meer zo best en stapt naast het pad en zakt voor de helft weg in de blubber. Hij springt uit de zwarte troep en loopt verder alsof er niets is gebeurd, geweldig zo een moment. Zeker als hij je dan aankijkt met zijn piratenkoppie, de helft pikzwart en de andere helft gewoon beige, prachtig!
Zoveel mooie herinneringen aan deze geweldige hond, teveel om op te noemen. Helaas is alles in verleden tijd geschreven. Cheffie is niet meer… Hij kreeg pijn en 1 ding heb ik mijn dieren altijd beloofd, een lijdensweg doen we ze niet aan. De foto’s lieten zien dat er 3 ruggenwervels vergroeid waren. De acupunctuur die de pijn moest bestrijden deed zijn werk fantastisch goed, niet te geloven hoe hij opknapte en met dezelfde enthousiasme als altijd, alles weer uit het leven haalde. Als Chef langer dan 2 dagen niet mee mocht naar stal, dan kwam hij te pas en te onpas een tennisbal in je schoot werpen. Hij zag ze dan misschien niet zo best meer, met zijn neus kon hij nog prima ballen opsnorren en apporteren. En na de acupunctuur ging hij weer als een malle door het huis.
Chef bleef een Duracell konijn tot op het laatst. Hij wilde geen rust, het was alles op niets. En als je dan ziet dat de acupunctuur behandeling maar een paar dagen effect heeft, dan moet je knopen doorhakken die je helemaal niet wil. Het lijf was op, een Stafford waaraan je ziet dat hij zoveel pijn ervaart, dat kun je niet aanzien en belangrijker, je kunt dat een dier niet aandoen. We hebben hem laten gaan, thuis, temidden van zijn pluizige vriendinnen. Het is goed zo maar jemig, wat mis ik mijn clown, mijn schaduw, mijn vriendje op pootjes.
Het doet zoveel pijn, omdat het zo mooi was…..
13 jaar geleden gingen we met ons amper 3 jarige mannetje puppies kijken. Natuurlijk vond hij die kleine mollen geweldig, maar mama Lala mocht van hem direct mee naar huis. Lala heette eigenlijk Malah, maar dat konden we onze dreumes niet aan zijn verstand brengen, we lieten het dus maar bij Lala.
Na een aantal weken mocht Lala tot zijn spijt nog steeds niet mee naar huis, maar wel onze Chef, oftewel Puppyhond Sef zoals Joey hem stug bleef noemen. Lala was toen snel vergeten. Maar wat een portret hadden wij in huis gehaald.
Onze toenmalige HTK kat Eek was dol op honden en was dolblij dat er eindelijk weer eentje in huis kwam. Na nog geen 24 uur was haar mening behoorlijk bijgedraaid. Als ze had kunnen praten dan had ze vast gevraagd of we het bonnetje nog hadden zodat we hem netjes konden retourneren. Het leek dan wel op een hond in mini-uitvoering, maar waarom gedroeg die zich dan als een op hol geslagen Duracell konijn?!
Puppyhond Sef werd langzaam aan puberhond Chef. Allemensen, wat een figuur was hij toen. Daar stond ik dan in het park mij te verstoppen achter bomen. Want als die je dan inene kwijt zou zijn, dan zou hij in paniek raken en voortaan dichter bij je blijven. De theorie was leuk, de praktijk pakte anders uit. Chef rende als een laagvliegende raket door het park. Zijn veel te grote oren die er puur voor de sier zaten, flapperde vrolijk in de wind en wanneer ik mij verstopte kwam hij even snel vrolijk gedag zeggen achter de boom, hij had mij gevonden, knappe hond! Na deze vrolijke Kiekeboe nam hij dan weer vlug de pootjes en daar stond ik dan weer voor joker in het park….
En toch kwam alles netjes op zijn ietwat te lange poten terecht. Alle frustraties, de vele idiote acties om aandacht te trekken, de zakken vol met hondenknakworsten en de ontelbare tennisballen, het is allemaal niet voor niets geweest. Chef veranderde van een doldwaze puber in een geweldige volwassen hond, met oren die het uitermate goed deden.
Eek The Cat haar mening draaide volledig bij, Chef werd Eek’s beste vriend en later volgde er nog vele katten die stuk voor stuk stapelgek op hem waren. En andersom net zo goed, toen Eek overleed heeft Chef 3 verwoede pogingen gedaan om haar wakker te schudden door zijn neus onder haar te steken en haar even omhoog te wippen. Dit deed Chef altijd als hij met Eek wilde spelen terwijl ze net druk was met een schoonheidsslaapje. Toen hij na 3x geen reactie kreeg, heeft hij 5 minuten heel zachtjes zitten huilen, het ging door merg en been. En of honden verdriet kunnen hebben, ik heb het zelf gezien.
Gelukkig voor Chef kreeg hij al snel een nieuw vriendinnetje. Ons kleine Stippie die werd geboren met een afwijking, zocht altijd de rust en warmte in de hondenmand. Nadeel is dat Stip daardoor de kattentaal slecht beheerst, maar daarentegen had ze met Chef een waanzinnige band die ik zelfs bij Eek en Chef nog nooit zo had gezien. Leven als hond en kat heeft hier in huis een hele andere betekenis. Geweldig om te zien hoe Chef altijd een plek in zijn mand vrij hield voor 1 van zijn vriendinnen.
Niet alleen voor de katten was Chef geweldig, hij was ook een grote kindervriend en een enorme clown. Had Joey een drukke dag, dan paste Chef zich naadloos aan door gezellig met hem mee te stuiteren. 2 doorgedraaide Duracell konijnen schijnen gezelliger te zijn dan eentje….. soms kon ik ze dan wel achter het behang plakken. Maar dan zag ik die twinkel in de ogen van Joey en die big smile van Chef, blijf dan maar eens boos…
En zocht Joey troost, dan was Chef rustig en bood hem een luisterend flapoor.
Wel een flapoor met een hapje eruit, Chef was in de loop der jaren wat gehavend. Zo kwam ik ooit bij een vriendin die dierenarts is en hem even zou checken, hij had wat last van zijn rug. Hoe bijzonder is het dat je voor je rug naar de dierenarts gaat en met een blauw verband om je kop thuiskomt….Chef overkwam het.
Onderweg naar de arts kwam hij in aanraking met een Jack-Russel. De kleine piranha zal bij het zien van onze “vechthond” gedacht hebben: de aanval is de beste verdediging. Nou, de aanval was overbodig, want Chef was alles behalve op oorlogspad. Ik kan jullie dan ook gerust stellen, de Jack Russel was na deze actie nog geheel in tact. Dit kon je van Chef niet zeggen, het randje van zijn oor was er in 1 ruk afgescheurd en dat was 1 van de vele schoonheidsfoutjes die hij in de loop der jaren had opgelopen.
Zo heeft hij ook ooit wekenlang rondgelopen als een Staffordshire Ridge Terriër. Meneer vond het nodig om even de duinen te verkennen. Zijn lange stelten sloegen met grote slagen voorbij zijn oren, zo hard ging onze race-eend. Dit deed hij ook vakkundig tussen het prikkeldraad door, hopla, een ritssluiting van voor tot achter over zijn gehele rug.
Of de keer dat hij zichzelf vakkundig tussen een hek door probeerde te wurmen. Oké, hij was aan de andere kant. Wat wel jammer was, was dat hij hierbij een winkelhaak had getrokken op zijn achterknie, je keek zo naar binnen tot op het bot. Lekkere handige plek ook om te hechten, maar niet heus. Maar Chef was geen watje. Haast was geboden en zonder verdoving kon de dierenarts er zo een hele rits hechtingen inzetten. Iets wat meneer er dan ’s nachts weer vlekkeloos uitpeuterde, tatoeages had Chef niet nodig, die versierde zelf op kunstige wijze zijn strakke lijf.
En toen kwam de charmante seniorenleeftijd. Chef ontwikkelde tumoren en wratjes die zijn gehavende lijf steeds meer toetakelde. Voor ons bleef hij de mooiste, met of zonder bulten, vlekken, littekens en weet ik al wat nog meer. Zijn ogen waren gesierd met blauwe contactlenzen, zijn zicht nam rap af. En het woord “Koekje” konden we de laatste maanden hardop roepen zonder reactie te krijgen. Zijn gehavende oren zaten er, net als in de puberteit, puur voor de sier.
En toch bleef hij een dezelfde vrolijke opgewekte Chefmans, onze clown en mijn trouwe schaduw. Een van de laatste mooie wandelingen liep hij lekker naast ons te dreutelen, hij zag het allemaal niet meer zo best en stapt naast het pad en zakt voor de helft weg in de blubber. Hij springt uit de zwarte troep en loopt verder alsof er niets is gebeurd, geweldig zo een moment. Zeker als hij je dan aankijkt met zijn piratenkoppie, de helft pikzwart en de andere helft gewoon beige, prachtig!
Zoveel mooie herinneringen aan deze geweldige hond, teveel om op te noemen. Helaas is alles in verleden tijd geschreven. Cheffie is niet meer… Hij kreeg pijn en 1 ding heb ik mijn dieren altijd beloofd, een lijdensweg doen we ze niet aan. De foto’s lieten zien dat er 3 ruggenwervels vergroeid waren. De acupunctuur die de pijn moest bestrijden deed zijn werk fantastisch goed, niet te geloven hoe hij opknapte en met dezelfde enthousiasme als altijd, alles weer uit het leven haalde. Als Chef langer dan 2 dagen niet mee mocht naar stal, dan kwam hij te pas en te onpas een tennisbal in je schoot werpen. Hij zag ze dan misschien niet zo best meer, met zijn neus kon hij nog prima ballen opsnorren en apporteren. En na de acupunctuur ging hij weer als een malle door het huis.
Chef bleef een Duracell konijn tot op het laatst. Hij wilde geen rust, het was alles op niets. En als je dan ziet dat de acupunctuur behandeling maar een paar dagen effect heeft, dan moet je knopen doorhakken die je helemaal niet wil. Het lijf was op, een Stafford waaraan je ziet dat hij zoveel pijn ervaart, dat kun je niet aanzien en belangrijker, je kunt dat een dier niet aandoen. We hebben hem laten gaan, thuis, temidden van zijn pluizige vriendinnen. Het is goed zo maar jemig, wat mis ik mijn clown, mijn schaduw, mijn vriendje op pootjes.
Het doet zoveel pijn, omdat het zo mooi was…..